Het ziet er van buiten soms nog kloppend uit.
Een gezin. Een leven. Een verhaal dat lijkt te kloppen.
Tot je voelt dat jij er niet meer in past.
Dat blijven geen liefde meer is — maar verdwijnen in jezelf.
Ik schrijf dit voor wie ooit is gegaan.
Of voor wie diep vanbinnen voelt dat het bijna niet anders meer kan.
Liefde in de verleden tijd toont haar ware gezicht.
Laat je elkaar los in liefde — uit respect voor jezelf én de ander — dan is dat misschien wel de zuiverste vorm van liefde die er is. Je gunt de ander het leven, zelfs als dat zonder jou is. Omdat je dankbaar bent voor wat jullie samen deelden, en voor het leven dat daaruit is voortgekomen.
Dat is liefde zoals liefde bedoeld is: onbaatzuchtig, puur en gelijkwaardig.
Laat je elkaar los in haat, gun je de ander geen rust of geluk, dan was er misschien nooit sprake van echte liefde. Dan draaide het vooral om het vullen van een leegte in jezelf — de ander nodig hebben om jezelf niet te hoeven voelen.
Hoe oprecht is liefde als die alleen bestaat zolang de ander in jouw behoeften voorziet?
Als je de ander alleen waardeert zolang hij of zij een rol vervult die jij nodig hebt?
En zodra die rol stopt, deugt die ander niet meer.
Dan moet hij of zij pijn voelen.
En soms worden zelfs de kinderen ingezet — als middel om de ander te raken, of als drager van pijn die niet van hen is.
Dat heeft niets te maken met (ouder)liefde.
Dan was de liefde afhankelijkheid, vermomd als verbinding.
Niemand begint een relatie of sticht een gezin met het idee dat het ooit zal eindigen.
Niemand wordt op een ochtend wakker en denkt: vandaag stap ik uit mijn gezin.
Wat daaraan voorafgaat, is een innerlijke strijd die vaak onzichtbaar blijft.
De eindeloze kansen die je de relatie gaf, de hoop tegen beter weten in, de tranen, het verdwaald raken in jezelf.
Tot die dag komt dat je op bent.
Dat je alles hebt gegeven aan de ander, maar niets meer aan jezelf.
En dat je hart het overneemt van de verstandige, veilige keuzes.
Omdat blijven geen optie meer is als je ooit nog écht wil leven.
Soms voel je simpelweg: ik kan hier niet meer zijn — omdat je niet meer kunt ademen in het leven dat je leidt.
En misschien nog wel het meest omdat je voelt dat je zó niet de ouder kunt zijn die je wil zijn.
Wat je je kinderen wil meegeven, begint met het zelf voorleven:
je hart volgen, trouw zijn aan wie je werkelijk bent.
Dat is geen opgeven.
Dat is de moed vinden om je eigen melodie te spelen in een wereld vol verwachtingen.
En als alle stemmen in je hoofd — van anderen, van angst, van oude patronen — stilvallen, komt er ruimte.
Dan ontmoet je jezelf, met al het mooie en minder mooie.
En daar ontstaat iets puurs: keuzes maken vanuit liefde, in plaats van vanuit angst.
Niet iedereen zal begrijpen waarom je ging.
Waarom je een gezin achterliet, een leven dat van buiten misschien nog kloppend leek.
Maar het leven wordt niet aan de buitenkant geleefd.
Het wordt van binnenuit gevoeld, gewogen en gekozen.
En misschien zegt het oordeel van de ander
vooral iets over het verlangen naar helderheid in hun eigen worsteling.
Kiezen om trouw te blijven aan wat van binnen niet meer te negeren is,
vraagt geen uitleg.
Alleen eerlijkheid en moed.
En de bereidheid om te blijven luisteren naar wat je hart al lang weet.
Reactie plaatsen
Reacties